Trumps AI-chipheffing – “Amerika mag niet opnieuw verliezen en telecommunicatie-leiderschap op het spel zetten”
Nationale veiligheidsrisico’s raken op de achtergrond nu president Trump officieel een heffing van 15% oplegt op AI-chips van NVIDIA en AMD die aan China worden verkocht. Deze ingrijpende ontwikkeling zet een nieuw hoofdstuk in de relatie tussen technologische innovatie, handelsstrategie en nationale veiligheid.
De afgelopen maanden stond de verkoop van NVIDIA’s gespecialiseerde AI-GPU’s naar China volop in de spotlights. De Amerikaanse overheid had op 14 maart 2025 een verbod ingesteld op de verkoop van deze geavanceerde chips vanwege vermeende nationale veiligheidsrisico’s. Toch werd dat verbod op 14 juli 2025, slechts vier maanden later, opgeheven, wat de weg opende voor Amerikaanse technologiebedrijven om weer zaken te doen met China – wel onder nieuwe voorwaarden en toezicht.
Op zondag 10 augustus kwam via de Financial Times het opmerkelijke nieuws naar buiten dat NVIDIA en AMD bereid zijn om 15% van hun omzet uit de verkoop van specifieke AI-versnellingschips – te weten de NVIDIA H20 en de AMD MI308 – af te dragen aan de Amerikaanse overheid. Dit betekent dat beide giganten in de halfgeleiderindustrie een stevige bijdrage leveren aan de Amerikaanse schatkist als prijs voor het verkrijgen van exportlicenties.
Deze overeenkomst is zonder meer ongekend en brengt een nieuwe dimensie in het handelsconflict en technologische competitie tussen de Verenigde Staten en China. Het laat zien hoe complex en genuanceerd het spel is: aan de ene kant is er een groeiende nationale veiligheidsperspectief dat bepaalde technologieën wil beperken, maar aan de andere kant erkennen Amerikaanse bedrijven en de overheid een enorme economische kans die simpelweg niet gemist mag worden.
NVIDIA en AMD zagen zich voor een moeilijke keuze gesteld. China is ’s werelds grootste markt voor AI-technologie en het niet kunnen aanbieden van hun meest geavanceerde chips aan deze markt zou miljarden aan winst kosten en hun wereldwijde concurrentiepositie ernstig schaden. De exportvergunningen zijn dus van cruciaal belang voor beide bedrijven om hun ambities waar te maken.
Volgens het artikel in de Financial Times zijn deze specifieke exportvergunningen “vorige week toegekend”, waarna de eerste vergunningen direct op vrijdag werden uitgegeven. Dit gebeurde kort nadat Jensen Huang, CEO van NVIDIA, persoonlijk het gesprek aanging met president Trump. Dit persoonlijke overleg onderstreept het belang van deze deal voor zowel de bedrijven als voor de Amerikaanse overheid.
De 15%-heffing op de omzet van de AI-chips lijkt het sluitstuk van de onderhandelingen te zijn geweest. Het geeft de Amerikaanse overheid niet alleen controle over de technologie-export, maar ook een financieel voordeel als extra inkomstenbron, iets wat in voorgaande handelsconflicten nauwelijks werd gezien. Dit soort afspraken markeren een nieuwe handelsstrategie waarin economische belangen en nationale veiligheid met elkaar verweven raken.
Hoewel deze deal veel kansen biedt, roept ze ook veel vragen op over de balans tussen veiligheid en commercie, en over de toekomst van Amerika’s leiderschap in wereldwijde technologie. Het is een actueel en prikkelend voorbeeld van hoe geopolitiek en technologie samenkomen in de 21ste eeuw. De uitkomst hiervan kan bepalend zijn voor de technologische ontwikkelingen van morgen en de machtsevenwichten tussen de grootmachten.
Dit moment herinnert ons eraan dat innovatie, diplomatie en verantwoordelijkheid hand in hand gaan om een toekomst te scheppen waarin vooruitgang de juiste koers volgt. Amerika staat voor de taak om haar leiderschap te behouden, niet door grenzen af te sluiten, maar door grenzen verstandig te verleggen.
