
Op zeventigjarige leeftijd, toen hij deze film maakte, doet Jackie Chan nog steeds zijn eigen stunts. Hoewel zijn moves misschien wat langzamer en minder spectaculair zijn dan in zijn jongere jaren, blijft zijn toewijding en passie voor actie en fysieke comedy onverminderd groot. Zijn vastberadenheid om zelf risico’s te nemen voor authentieke en grappige scènes is een kenmerk dat hem al decennialang onderscheidt en ook in deze film duidelijk naar voren komt.
In de productie speelt Chan een bijna karikaturale versie van zichzelf: hij is de charmante ster die besluit een babypanda te adopteren. De reden waarom juist die panda zo belangrijk is, blijft grotendeels onverklaard, maar het zorgt wel voor het uitgangspunt van de actie. Wanneer een groep huurlingen met een duister plan de dierentuin bedreigt, is het aan Chan en Ce Shi, de toegewijde dierenverzorger, om het dier te beschermen. Hun samenwerking zorgt voor veel humoristische en speelse momenten te midden van de chaotische achtervolgingen en gevechten.
De film springt qua toon vrij verrassend heen en weer: slapstick en flauwe scheetgrappen worden afgewisseld met onverwacht grove taal en zelfs wat bloederige scènes. Ondanks deze vreemde mix van elementen heeft de film genoeg van Jackie Chan’s typische charme en humor om de kijker te blijven boeien. Zijn timing, fysieke grappen en charismatische aanwezigheid maken het allemaal alsnog tot een vermakelijke kijkervaring, vooral voor fans die hem al jaren volgen en waarderen.
Al met al laat de film zien dat Chan, ondanks zijn leeftijd, nog steeds energiek en origineel is, en zijn kenmerkende stijl weet te behouden. Zelfs als sommige actiescènes minder heftig zijn dan vroeger, blijft het plezier dat hij in zijn werk stopt duidelijk zichtbaar en aanstekelijk.